In zijn spoor

Ik had al jaren een droom: de oude handelsroute lopen die mijn vader elk jaar volgde naar Tibet. Mijn oudste broers hadden de route nog met hem gelopen voordat hij in 1980 definitief met de Tibethandel stopte. Daarom klopt ik eerst bij hen aan en sprak uren met hen over hoe de route precies liep, welke verschillende routes er waren, hoe het handelshuis in Kuti eruit had gezien en of de Bhimsen-tempel er nog stond. Ook kochten we zo gedetailleerd mogelijke kaarten met hoogtelijnen, zodat we zelf de weg zouden konden vinden. Deze voert namelijk door een vrij dunbevolkt gebied met hier en daar een klein dorpje, waar soms nog geen elektriciteit of een wc is, en voor de rest door ongerepte natuur en dichte wouden. De enige grote stad is Chautara en ook in Jalbire rijden auto’s en een enkele bus, maar de rest van het gebied kun je alleen te voet bereiken.

Sindpalchok is een arm gebied, waar veel ouders hun kinderen naar India sturen. Velen eindigen in de prostitutie in Bombay. Terwijl vroeger, toen de Tibethandel bloeide, veel inwoners drager waren of op een andere manier aan de handel verdienden. Veel mensen die we tegenkwamen hadden ouders die zich langs de handelsroute hadden gevestigd en een winkeltje waren begonnen. Daar dronken we dan thee of sap en aten we biscuitjes of mie.

We hadden al diverse trekkings gemaakt over bekende routes, zoals Everest Basecamp, Annapurna Round en Gosainkund (Langtang) en daar hadden we altijd in hotelletjes kunnen overnachten, onderweg voedsel kunnen kopen en in kleine restaurantjes kunnen eten. Nu moesten we onze eigen tent meenemen en genoeg voedsel om een aantal dagen mee vooruit te kunnen. We wisten niet in hoeveel dagen we de route zouden kunnen lopen en hoe deze precies liep. Dat moesten we allemaal ter plekke uitvinden. Daarom waren we blij dat we lokale bewoners bereid vonden ons te begeleiden. Alleen met de overheidskaarten waren we er nooit uitgekomen. Er liepen zoveel kleine paadjes door het gebied…

We hoefden onze tent niet te gebruiken omdat we steeds konden slapen bij familie van onze begeleider, of bij onze begeleider zelf. Zo overnachtten we in Thagam bij Bisnu en zijn vrouw. In Paire sliepen we in de slaapkamer van de zus van Krishna, de schoonzoon van Bisnu. Bij deze mensen kregen we ook een avondmaaltijd en ontbijt, waarvoor we een kleine vergoeding betaalden. In Chautara sliepen we in hotel Indra lunchroom en in Sankhu in mijn eigen huis.

De wandeltocht duurde uitiendelijk vijf dagen. Klik in het menu de dag aan waarover je wil lezen.